Afgelopen dinsdag zaten de vier ministers van Mobiliteit samen om tot een verdeling te komen van de bijkomende financiële middelen. Vlaanderen zou recht hebben op 429 miljoen euro: 61 miljoen voor GEN-werken en 368 miljoen voor andere regionale prioriteiten. “Vlaanderen heeft zijn lijstje met prioriteiten al enige tijd klaar”, aldus Raskin. “Het gaat om elf projecten die van cruciaal belang zijn voor de Vlaamse economie en mobiliteit, waaronder de reactivering van de spoorlijn Hasselt-Neerpelt en de tweede havenontsluiting van Antwerpen.”
Vlaanderen wil geen depannageplan
Groot was dan ook de verbazing toen federaal minister van Mobiliteit François Bellot (MR) liet verstaan dat de bijkomende miljoenen gebruikt zouden worden om tekorten op te vullen bij de afwerking van lopende investeringen. Die visie stemt niet overeen met die van zijn Vlaamse collega, Ben Weyts, die meer inspraak wil in de uiteindelijke beslissing. “Dat de gewesten en de federale regering overleg plegen, is een goede zaak. Maar Vlaanderen wil geen depannageplan voor oude projecten. Het heeft recht op een écht investeringsplan dat focust op de prioriteiten van de regio’s”, besluit Raskin.