Veilig over de reddingsstrook
Eind mei schaarde de plenaire Kamer zich achter het principe van de reddingsstrook, een brede strook die bestuurders moeten vrijlaten als zij op de snelweg in de file staan. Op die manier creëren zij ruimte voor hulpdiensten en andere prioritaire voertuigen. Het voorstel dat vandaag wordt goedgekeurd, schept nu ook een wettelijk kader om veilig over die reddingsstrook te rijden. “Daarbij worden de prioritaire diensten bij het uitvoeren van hun dringende opdracht vrijgesteld van de naleving van de wegcode, op enkele specifieke bepalingen na”, zegt Wouter Raskin. “De impact op het terrein zal voelbaar zijn, want brandweer en ambulances zullen voortaan delen van de rijbaan kunnen afzetten wanneer zij als eerste aankomen bij een ongeval. Die mogelijkheid bestond tot nu toe enkel voor politie en douane.”
Blauwe knipperlichten alleen bij dringende opdrachten
Het voorstel komt ook tegemoet aan twee specifieke vragen van de prioritaire diensten zelf. Zo wordt het gebruik van blauwe knipperlichten bij niet-dringende opdrachten verboden, tenzij de aard van de opdracht het toelaat. Daarnaast zijn prioritaire voertuigen niet langer verplicht om eerst te stoppen voor een rood licht alvorens het voorbij te rijden. Voortaan volstaat het om de snelheid te matigen. De verplichte stilstand zorgde soms voor gevaarlijke situaties en was bovendien erg onpraktisch voor zware en lange voertuigen.
Rijbewijs voor prioritaire voertuigen?
Tijdens de hoorzitting over prioritaire voertuigen eind januari rees nog een andere piste: de invoering van een apart rijbewijs voor bestuurders van prioritaire voertuigen. “Minister Bellot heeft al aangegeven daar geen voorstander van te zijn, maar ik vind die piste zeker het onderzoeken waard. Een prioritair voertuig besturen is immers niet voor iedereen weggelegd”, aldus Raskin.